Project Mindfulness in de eerste lijn
Voortgang project Mindfulness in de eerste lijn.
Juli 2025
[ Update juli ]Juni 2025
De voorbereidingen voor het project Mindfulness in de Eerste Lijn zijn in volle gang. Onder leiding van projectleider Annegreetje Wolfs is een projectplan opgesteld waarin samenwerking tussen huisartsen, POH-GGZ en mindfulnesstrainers wordt versterkt en gestructureerd.
De aanleiding voor dit project is de groeiende behoefte aan laagdrempelige mentale ondersteuning in de eerstelijnszorg. Mindfulness blijkt hierbij een waardevolle aanvulling te zijn, met positieve ervaringen op lokaal niveau. Dit project beoogt landelijke opschaling en institutionalisering van deze samenwerking.
Hoofddoelen tot eind 2027:
- Snel en adequaat hulp bieden aan patiënten met mentale klachten.
- Duurzame ontlasting van huisarts en POH-GGZ.
- Grotere bekendheid en inzet van mindfulness in de eerste lijn.
- Inzicht verkrijgen in inhoudelijke en financiële effecten.
Stand van zaken:
- Het project bevindt zich nu in de voorbereidingsfase (juli – november 2025), gericht op netwerkopbouw en stakeholderbetrokkenheid.
- Eerste verkenningen en gesprekken met mindfulnesstrainers zijn gestart.
- Volgende stappen zijn het betrekken van VVM en Radboudumc, gevolgd door landelijke organisaties zoals de LHV en LV POH.
Verwachtingen voor eind 2027:
- Minstens 20 goed functionerende samenwerkingen tussen eerste lijn en mindfulnesstrainers.
- Een implementatieplan gereed voor landelijke uitrol.
De komende maanden staan in het teken van stakeholderinterviews, verkenning van regionale netwerken en het leggen van een stevig fundament voor de volgende projectfasen.
Update brainstormsessies “Mindfulness in de eerste lijn”
Juni 2025
Tijdens twee recente brainstormsessies op 23 mei en 3 juni is met meer dan 50 mindfulnesstrainers verkend hoe mindfulness een structurele plek kan krijgen in de eerstelijnszorg. De consensus is dat de mindfulnesstrainer verantwoordelijk blijft voor de intake en het verloop van de training, vergelijkbaar met deelname via open inschrijving. Er is doorgaans geen directe betrokkenheid van de huisarts nodig, al blijft goede screening cruciaal. Verwijzingen zijn vooral suggestief van aard, waarbij de verantwoordelijkheid bij de cliënt ligt.
Extra scholing voor trainers wordt niet nodig geacht, zolang duidelijk blijft dat mindfulness een training is en geen therapie. Wel zijn cultuurverschillen, laaggeletterdheid en het voorkomen van wildgroei in het aanbod belangrijke aandachtspunten.
Financiering blijft een knelpunt. Er is beperkte vergoeding via (aanvullende) verzekeringen en andere financieringsbronnen worden verkend, waaronder gemeentelijke fondsen. De huidige inzet van groepsconsulten is niet kostendekkend, en voor zelfstandige trainers is het lastig om voldoende aanmeldingen te krijgen.
Tot slot is gebleken dat landelijke zichtbaarheid, bijvoorbeeld via ZorgDomein, en een goede beschikbaarheid van trainers essentieel zijn. Vertrouwen tussen verwijzer en trainer speelt een belangrijke rol in het succes van samenwerking. De input uit deze sessies wordt meegenomen in de verdere ontwikkeling van het project en het implementatieplan.
